s.a.h. samer | ||
home | proza | ||
Metafysica 1.0 | ||
Stel Zijn is manifeste tijd. Niets is niet manifeste tijd. Alles wat is, is in de tijd. Alles wat tijdt, tijdt in de tijd. Tijden is existeren. Alles wat existeert, moet ook mogelijk kunnen existeren. Mogelijk zijn is ruimte kunnen krijgen. Existeren is ruimte hebben. Ruimte is de vorm van tijd. Zijn is manifeste tijd. Alles wat is, is tijd geconcentreerd en manifest. Geconcentreerd is meer van hetzelfde in dezelfde ruimte. Ik ben manifeste tijd die geconcentreerd is en bewust is van zichzelf. Mijn bewustzijn is het moment. Een moment is het bewustzijn van een manifeste, geconcentreerde tijd. Alleen in het moment opent de tijd zich voor zichzelf. Manifest is dat waarvan bewustzijn mogelijk is. Niet manifest is dat waarvan geen bewustzijn mogelijk is. |